Opsomming van goederen in een huwelijkscontract
Wanneer je voor een huwelijkscontract kiest, gebeurt het wel vaker dat de notaris koppels aanraadt een lijst op te stellen van de eigen goederen. Na jaren samenwonen is het vaak moeilijk te achterhalen welke goederen aan wie toebehoren.
Nochtans kan het in sommige situaties van belang zijn dat je een bewijs hebt dat “jouw” goederen daadwerkelijk als “eigen” worden beschouwd. Vooral wanneer het vermogen wordt verdeeld of wanneer er sprake is van een beslag, komt deze belangrijke vraag naar boven: “Hoe bewijs ik dat iets van mij is?”.
- Ten aanzien van de huwelijkspartners vormt het huwelijkscontract een bewijs van hun eigendomsrechten tegenover elkaar. Partners kunnen dan ook niet terugkomen op de gedane verklaringen met betrekking tot die lijst (behalve als ze samen beslissen om het huwelijkscontract te wijzigen).
- Tegenover derden, bijvoorbeeld wanneer een schuldeiser van één van de partners beslag wil leggen op diens goederen, heeft de lijst een minder grote bewijswaarde. Niet alle rechters aanvaarden immers de opgesomde lijst in een huwelijkscontract als bewijs dat die goederen eigen zijn.
Hoe dan ook moeten niet alle goederen opgesomd worden in de lijst. Goederen waarvan de partners bijvoorbeeld een factuur bewaren, hoeven niet in de lijst opgenomen te worden. Een factuur is een geloofwaardig bewijsmiddel van een eigendomstitel. Hoe nauwkeuriger de goederen worden beschreven in de lijst, hoe minder kans op discussies achteraf.