Saisine

Als wettelijke erfgenaam heb je de zogenaamde ‘saisine’ van de nalatenschap van je ouders. Je mag de goederen uit de nalatenschap in jouw bezit nemen. Hetzelfde geldt natuurlijk voor je broer en zussen.

 

 

Opletten wanneer er mogelijks schulden in de nalatenschap aanwezig zijn

Bij het in bezit nemen van bepaalde goederen moet je wel voorzichtig zijn, vooral als je vermoedt dat er ook schulden in de nalatenschap zitten. Door de goederen in bezit te nemen, aanvaard je stilzwijgend de nalatenschap… ook indien er eventuele schulden in zitten

Wanneer je de nalatenschap stilzwijgend aanvaardt door goederen in bezit te nemen, kan je de nalatenschap niet langer verwerpen of ze aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving! Als één van je ouders nog leeft, moet je rekening houden met zijn of haar vruchtgebruik. Je overlevende ouder zal nog mogen genieten van de goederen. Je zal die niet zomaar mogen meenemen.

 

 

Goederen in veiligheid brengen?

Je kan bepaalde goederen uit de nalatenschap in veiligheid brengen. Je kan goederen meenemen of onderbrengen in een kluis op uw naam, maar verwittig dan de overige erfgenamen. Je speelt het best open kaart om de kans op conflicten te vermijden.

Als beide ouders overleden zijn, heb je geen toestemming nodig om in de woning binnen te gaan. Je kan foto’s nemen van waardevolle goederen, serienummers van apparaten noteren, enz. Je kan jezelf zelfs laten vergezellen door een deurwaarder die noteert wat hij allemaal ter plaatse aantreft.

Je kan aan de vrederechter vragen om de woning van de overledene te verzegelen. Dat kan  niet zomaar als er nog iemand in de woning woont. Je kan bv. wel vragen dat alle waardevolle goederen in een kamer verzameld worden, waarna enkel die kamer verzegeld wordt. Ook andere zaken, zoals een kluis die de overledene bij de bank had, kan je laten verzegelen.

Na de verzegeling volgt een ontzegeling. De notaris zal een inventaris opmaken, die vervolgens afgesloten wordt met een eedaflegging. Zo heb je een volledig overzicht van de goederen die zich in de woning of de kluis bevinden. Bij een verzegeling hoeft je je niet te beperken tot de woning of de goederen van de overledene. Je kan de vrederechter ook vragen om de woning, de kluis of de bankrekening van andere erfgenamen te blokkeren. Zo’n verzoek moet je grondig motiveren. Je moet aangeven waarom je denkt dat er ook daar goederen uit de nalatenschap aanwezig zijn.

 

 

 

Een inventaris laten opstellen

Je kan natuurlijk ook een inventaris vragen zonder dat er eerst een verzegeling geweest is. Je hoeft daarvoor geen procedure voor de rechtbank op te starten. De inventarisering gebeurt door een notaris naar keuze. Hij roept de andere partijen op met oog op het opmaken van een inventaris. Bij zo’n inventaris moet iedereen opgeven welke goederen van de nalatenschap hij of zij onder zich houdt. De notaris geeft ook de goederen op waarvan hij weet dat ze zich bij anderen bevinden. Bij het einde van de inventaris moeten alle betrokkenen de eed afleggen. Zij moeten daarbij verklaren niets verduisterd te hebben en van geen verduistering weet te hebben.

Als later blijkt dat een betrokkene geen correcte verklaring afgelegd heeft, kan je een strafklacht indienen. Bovendien speelt dan ook de burgerrechtelijke sanctie van het recel. Dat betekent dat diegene die bepaalde goederen verzweeg, ze moet teruggeven en er niet meer in meedeelt.

 

 

Discussies dankzij een testamentuitvoerder

Hoewel dat niet altijd nodig is, kan een testamentuitvoerder soelaas bieden wanneer de vrees bestaat dat erfgenamen in de clinch zullen geraken. De testamentuitvoerder kan ‘een’ notaris zijn, maar ook een andere vertrouwenspersoon. Hij krijgt via een testament de opdracht om uw woning na uw overlijden te beveiligen, waarbij hij enkel de goederen mag ‘beheren’ in afwachting van de verdeling tussen de erfgenamen.

De testamentuitvoerder kan - indien nodig - je woning ook laten verzegelen, een inventaris laten opmaken of andere bewarende maatregelen nemen.

TIP: Je duidt het best in ondergeschikte orde meerdere testamentuitvoerders aan voor het geval de eerste de opdracht niet kan of wil uitvoeren.