Hoe word je notaris?

Het parcours om notaris te worden is zwaar: na 5 jaar rechten, 1 jaar notariaat en minstens 3 jaar stage in één of verschillende notariskantoren mag je deelnemen aan het examen om notaris te worden. Het examen wordt georganiseerd door de Benoemingscommissies voor het Notariaat. Het gaat om een schriftelijke en mondelinge proef, mét een maximaal aantal deelnemers dat kan slagen.
De Minister van Justitie bepaalt jaarlijks  hoeveel personen mogen slagen. In 2020 ging het om 120 personen.


Pas nadat je het examen met glans hebt doorstaan, kan je aan de slag als notaris: ofwel door een vacant notariskantoor over te nemen, ofwel door je te associëren met een reeds actieve notaris.

 

 

 

De toegevoegde notaris

Om de toegang tot het beroep te verhogen kan je sinds kort "toegevoegde notaris" worden. Een toegevoegde notaris is - zoals de naam het al laat vermoeden - een notaris die toegevoegd wordt aan een notaris of een notarisassociatie. De toegevoegde notaris werkt onder een bediendenstatuut.

Dit neemt niet weg dat de toegevoegde notaris een volwaardige notaris is, die geniet van alle bevoegdheden van een notaris. Ook toegevoegde notarissen zijn onderworpen aan de deontologische regels van het beroep. Ze werken dus ook volledig onafhankelijk en onpartijdig.