12

Mijn moeder heeft het vruchtgebruik geërfd over de nalatenschap van mijn vader. Ik erf als kind slechts de blote eigendom, maar ik zou toch willen overgaan tot de verkoop van bepaalde goederen. Kan dat?

Wanneer een persoon sterft, erft de langstlevende echtgeno(o)t(e) het vruchtgebruik van de hele nalatenschap. De kinderen krijgen dan slechts de blote eigendom. De volle eigendom wordt als het ware gesplitst. Zo krijgen de kinderen bijvoorbeeld de blote eigendom van de gezinswoning, maar mag de echtgeno(o)te er in blijven wonen. Ze mag de woning ook verhuren en de huuropbrengsten ontvangen.

Zowel de blote eigenaars (de kinderen) als de vruchtgebruiker (de langstlevende echtgenote) zijn beperkt in hun eigendomsrecht; Ze kunnen niet zomaar overgaan tot de verkoop van de geërfde goederen. Enkel wanneer de langstlevende echtgenote op haar beurt overlijdt, worden de kinderen “volle” eigenaar. Slechts dan mogen ze in principe de woning verkopen.

Vóór het overlijden van de langstlevende bevinden de partijen zich bijgevolg in een situatie waarbij ze onderling afhankelijk zijn van elkaar, wat het beheer en het beschikken van de nagelaten goederen betreft. Dit geeft vaak aanleidingen tot spanningen en onduidelijkheden.

Om tegemoet te komen aan deze praktische problemen heeft de wetgever de “omzetting van het vruchtgebruik” ingevoerd. Indien er geen andere erfgenamen zijn dan de kinderen, kan de omzetting van het vruchtgebruik te allen tijde gevraagd worden door de langstlevende echtgenote of de kinderen.

Een “omzetting” betekent in wezen het einde van het vruchtgebruik. Het vruchtgebruik zal immers, op vraag van één van de partijen, omgezet worden in volle eigendom, een geldsom of een rente. Het vruchtgebruik wordt als het ware “afgekocht”. Concreet zal de omzetting gebeuren aan de hand van wettelijke waardetabellen, die rekening houden met de leeftijd, het geslacht, de levensverwachting… van de vruchtgebruiker.

Kinderen van de erflater kunnen in principe altijd een omzettingsvordering instellen (indien er geen andere erfgenamen zijn). Daarbij moet wel een belangrijke kantmelding gemaakt worden: Op de omzetting van het vruchtgebruik van de gezinswoning en de aanwezige huisraad kan de langstlevende echtgenote altijd haar veto instellen. De kinderen zullen dus nooit de omzetting van het vruchtgebruik op de gezinswoning kunnen afdwingen of opeisen indien de langstlevende daar niet mee instemt. Deze laatste zal nooit gedwongen kunnen worden om de gezinswoning te verlaten.

De omzetting van het vruchtgebruik is een zeer technische en ingewikkelde aangelegenheid waarbij de tussenkomst van de notaris onmisbaar is. Aarzel niet om deskundige hulp te vragen aan uw notaris.