5 misverstanden over trouwen met scheiding van goederen
29 oktober 2018
Ongeveer 4 op 10 koppels kiezen om te huwen met een huwelijkscontract. Het huwelijkscontract is dus een goed ingeburgerd fenomeen, maar het woord krijgt niet vanzelfsprekend een romantische bijklank. Een deel van de mensen die kiezen voor een huwelijkscontract, doen dat omdat ze willen trouwen ‘met scheiding van goederen’. Maar wat betekent nu precies trouwen met scheiding van goederen? Wij bespreken alvast een aantal hypotheses en helpen daarmee een aantal misverstanden uit de wereld.
1. Partners die trouwen met scheiding van goederen denken altijd vooruit op een eventuele relatiebreuk
De vraag om al dan niet te kiezen voor een huwelijkscontract, kan delicaat zijn. Nadenken over een huwelijkscontract betekent immers nadenken over moeilijkere momenten die een koppel kan meemaken tijdens het huwelijk en de gevolgen ervan op het vermogen van de partners. Denk maar aan een overlijden of een echtscheiding. Velen associëren dan ook het huwelijkscontract met de ‘worst case scenario’.
Toch is een huwelijkscontract, waarbij de koppels kiezen voor een scheiding van goederen, vaak ingegeven door de wens van de partners om elkaar vermogensrechtelijk te beschermen. Huwelijkspartners waarvan één van de echtgenoten een zelfstandige activiteit uitoefent bijvoorbeeld, waarbij er een risico op het aangaan van schulden bestaat, stellen op deze manier het vermogen van hun partner veilig. Het stelsel van scheiding van goederen heeft dan weer voor de ondernemende echtgenoot als voordeel dat deze kan genieten van een maximale professionele autonomie. Een huwelijkscontract wordt dus niet altijd opgesteld voor het geval het koppel uit elkaar zou gaan… ook tijdens het huwelijk kan het huwelijkscontract een positieve rol spelen, al was het maar omdat de huwelijkspartners hun eigen goederen alleen kunnen en mogen beheren.
2. Partners die trouwen met scheiding van goederen wensen altijd hun hele vermogen afgescheiden te houden van elkaar
Het klopt dat huwelijkspartners die voor dit huwelijksstelsel kiezen een grotere autonomie willen in het kader van hun vermogen. Het ontbreken van een gemeenschappelijk vermogen betekent echter niet dat de huwelijkspartners niets samen willen of kunnen bezitten. Zo kunnen ook deze partners perfect samen een goed aankopen en samen mede-eigenaar zijn van een woning.
Bovendien kunnen huwelijkspartners getrouwd met scheiding van goederen toch een minimale vorm van gemeenschap houden: ze kunnen een ‘beperkte gemeenschap’ toevoegen via een huwelijkscontract, bijvoorbeeld in het kader van de gezinswoning. Werken met een gemeenschappelijk vermogen, laat de huwelijkspartners toe om handige clausules te koppelen aan hun contract. Het feit dat de gezinswoning ook een onderpand wordt voor eventuele professionele schuldeisers, kan een koppel opvangen door bij de notaris een ‘akte van onbeslagbaarheid van de gezinswoning’ te laten opstellen. Op deze manier worden de voordelen van verschillende huwelijksstelsels gecombineerd: autonomie én een ‘beperkt’ gemeenschappelijk vermogen waaraan bepaalde beschermende clausules kunnen worden toegevoegd.
3. Partners die trouwen met scheiding van goederen zijn elkaar nooit iets verschuldigd wanneer hun relatie spaak loopt
Het toevoegen van een beperkt gemeenschappelijk vermogen is niet de enige vorm van solidariteit dat de echtgenoten kunnen uitbouwen. Zelfs met het stelsel van scheiding van goederen kunnen de huwelijkspartners in hun huwelijkscontract een verrekenbeding (‘beding van verrekening van aanwinsten’) voorzien die uitwerking zal hebben wanneer het koppel uit de echt scheidt.
Waarom is dat van belang? Koppels getrouwd met scheiding van goederen delen hun inkomsten niet. Ze bouwen elk hun eigen vermogen op, elk langs hun kant. Daar is niets mis mee natuurlijk, maar het kan moeilijkheden opleveren wanneer één van de huwelijkspartners door bepaalde omstandigheden zoals ziekte, zorg voor de kinderen, werkeloosheid… gedurende een aantal jaren niet beroepsactief kan zijn of gewoonweg minder inkomsten kan vergaren. Op het moment dat een koppel uit elkaar gaat en de goederen verdeeld worden, zal de partner die zijn vermogen niet heeft kunnen opbouwen financieel in de kou blijven staan. Niet met een verrekenbeding dus. Een verrekenbeding zal ervoor zorgen dat, ingeval van echtscheiding, de inkomsten van beide partners worden verrekend. Hoe dit zal gebeuren, kunnen de huwelijkspartners op voorhand bespreken met de notaris
Bovendien kunnen de huwelijkspartners – indien ze dit wensen – overeenkomen dat de benadeelde echtgenoot, onder bepaalde voorwaarden, een vergoeding kan vorderen aan de rechter wanneer de omstandigheden sedert het sluiten van de overeenkomst onvoorzien en ongunstig gewijzigd zouden zijn, denk bijvoorbeeld aan de situatie waarbij één van de echtgenoten niet meer kan werken omwille van gezondheidsredenen.
4. Partners die trouwen met scheiding van goederen hebben een grotere autonomie om de gezinswoning te verkopen, indien ze dat wensen
Sommige regels zijn van toepassing op alle echtgenoten, ook deze die gekozen hebben om te trouwen met scheiding van goederen. Zo zal de gezinswoning altijd beschermd worden. Een echtgenoot die alleen eigenaar is van de gezinswoning, kan dus niet zomaar overgaan tot de verkoop of de schenking van de gezinswoning zonder de instemming van zijn huwelijkspartner.
5. Het openen van een gemeenschappelijke spaarrekening houdt geen risico’s in voor partners die gehuwd zijn met scheiding van goederen
Koppels zouden kunnen denken dat, aangezien ze getrouwd zijn met scheiding van goederen, het niet veel uitmaakt hoe ze precies hun inkomsten beheren op bankrekeningen. Toch klopt dit niet helemaal. Huwelijkspartners die hun inkomsten of hun spaargelden storten op een gemeenschappelijke rekening vergeten dat er een ‘vermenging’ van gelden optreedt: het zal na enige tijd moeilijk worden om de oorsprong van de gelden te achterhalen. Willen huwelijkspartners daadwerkelijk al hun spaarcenten gescheiden houden, dan doen ze er goed aan om effectief met aparte rekeningen te werken om de kans op discussie in te toekomst te verkleinen.
Bron: Fednot