De akte van onbeslagbaarheid van de gezinswoning

7 oktober 2015

Zelfstandigen kunnen hun privévermogen op verschillende manieren beschermen. Op de eerste plaats kunnen ze hun privévermogen afscheiden van hun beroepsvermogen door een vennootschap op te richten. Daardoor kunnen de professionele schuldeisers zich enkel verhalen op het vermogen van de vennootschap. Bij zelfstandigen die werken zonder vennootschapsvorm, wordt er geen onderscheid gemaakt tussen het privévermogen en het beroepsvermogen.


Professionele schuldeisers kunnen zich dus ook verhalen op het privévermogen, waaronder de gezinswoning.

“Zelfstandig” is een ruim begrip
Elke zelfstandige kan een verklaring van onbeslagbaarheid voor zijn woning aanvragen. Het begrip “zelfstandige” moet hier ruim geïnterpreteerd worden: het gaat om vrije beroepers, maar ook de zaakvoerders en bestuurders van de onderneming kunnen van deze bescherming genieten. Sinds 2014 is het opstellen van de “verklaring van onbeslagbaarheid” ook mogelijk voor zelfstandigen in bijberoep en zelfstandigen die na hun pensioen nog actief zijn.

Voorwaarden om van de bescherming te genieten
De akte van onbeslagbaarheid geldt niet voor alle schulden van de zelfstandige. Ten eerste vallen enkel beroepsschulden onder de bescherming; schulden gemaakt voor privé-doeleinden vallen uit de boot. Vanzelfsprekend kan een zelfstandige niet beschermd worden voor schulden die ontstaan uit een misdrijf of uit een persoonlijke aansprakelijkheid (bijvoorbeeld fraude). Bovendien moet het gaan om schulden gemaakt na de registratie van de verklaring. Tegen oude schulden kan een zelfstandige zich niet beschermen.

Enkel de hoofdverblijfplaats van de zelfstandige wordt beschermd. Dit is de plaats waar de zelfstandige met zijn gezin gewoonlijk leeft en zijn voornaamste belangen heeft. De zelfstandige hoeft niet de eigenaar te zijn van de woning, ook de zelfstandige mede-eigenaars en vruchtgebruikers genieten van de bescherming. Zelfstandigen die slechts een persoonlijk gebruiksrecht (bijvoorbeeld huur) hebben op hun gezinswoning kunnen echter geen verklaring laten opstellen.

Het kan zijn dat de woning niet enkel wordt aangewend als hoofdverblijfplaats, maar ook gebruikt wordt als beroepspraktijk (denk bijvoorbeeld aan artsen). In zo’n geval zal gekeken moeten worden welk deel precies voor de beroepspraktijk wordt aangewend. De onbeslagbaarheid zal voor heel de woning gelden indien minder dan 30% voor beroepsdoeleinde wordt gebruikt. Van zodra 30% voor beroepsdoeleinden gebruikt wordt, zal de onbeslagbaarheid slechts gelden voor het privégedeelte van de woning. Aanvullende formaliteiten zijn dan vereist.

Een akte bij de notaris
De verklaring “onbeslagbaarheid gezinswoning” wordt opgemaakt bij de notaris. De notaris is de aangewezen persoon om een zelfstandige te begeleiden als het op de bescherming van het gezin aankomt. Als deskundige zal hij de noodzakelijkheid van een dergelijke bescherming kunnen beoordelen. Er is immers een belangrijk nadeel verbonden aan de verklaring van onbeslagbaarheid: minder zekerheid voor de bank aan wie een professionele lening wordt gevraagd. In veel gevallen zijn kredietverstrekkers minder happig om een lening toe te kennen aan een ondernemer als ze weten dat de woning geen deel kan uitmaken van hun onderpand. Er zal in dit geval dus gekeken moeten worden naar andere waarborgen voor de kredietverstrekkende bank. De notaris zal de zelfstandige hierbij raad kunnen geven.

Na de opmaak wordt de verklaring overgeschreven op het hypotheekkantoor. Door de overschrijving is de verklaring “tegenwerpelijk” aan derden. Dit betekent dat de schuldeisers geacht worden op de hoogte te zijn van deze onbeslagbaarheid. Zolang de verklaring nog niet is overgeschreven, geldt de bescherming niet tegenover derden.

Bij een verhuis of een faillissement?
Hoewel een zelfstandige zijn statuut van zelfstandige verliest bij een faillissement, blijft de verklaring onverkort gelden. Het omgekeerde zou onlogisch zijn: op het moment van een faillissement heeft de (ex) zelfstandige de bescherming van zijn gezinswoning tegen beslag juist het meest nodig.

Ook indien de zelfstandige zijn woning verkoopt om een andere aan te kopen, blijft de bescherming in principe gelden, mits aan enkele voorwaarden wordt voldaan. Ten eerste moet de opbrengst van de verkoop bewaard worden bij de notaris. Ook die opbrengsten zijn onbeslagbaar, schuldeisers kunnen er niet aan raken. Daarnaast moet de aankoop van de nieuwe woning binnen het jaar na het verlijden van de authentieke verkoopakte (van de eerste woning) gebeuren. Ten slotte moet in de authentieke akte van aankoop van de nieuwe woning verklaard worden dat het effectief om een wederbelegging gaat.

Wanneer ben je niet beschermd?
In sommige gevallen vervalt de bescherming. Bij overlijden van de zelfstandige erven de erfgenamen de gezinswoning, maar wordt de verklaring herroepen. De bescherming zal niet meer gelden voor de toekomst.

Bovendien kan een zelfstandige zelf afstand doen van de verklaring onbeslagbaarheid ten voordele van de schuldeisers. Wel kan de zelfstandige niet kiezen voor welke schulden hij afstand doet van de bescherming. De bescherming van de verklaring van onbeslagbaarheid geldt dus ofwel tegen alle schuldeisers of tegen geen enkele schuldeisers.

Een zelfstandige kan bij de notaris een verklaring onbeslagbaarheid van de gezinswoning laten opstellen. Deze verklaring zal ervoor zorgen dat professionele schuldeisers geen beslag kunnen leggen op de woning. De bescherming geldt enkel voor professionele schulden die ontstaan zijn na de overschrijving van de verklaring.

Bron: Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat