Hoe worden successietarieven berekend op roerende en onroerende goederen?
3 maart 2023
In tegenstelling tot wat het geval is bij schenkingsrechten, gelden er geen aparte successietarieven voor roerende of onroerende goederen. De hoogte van de verschuldigde successierechten hangen enerzijds af van de verwantschap (een kind valt onder minder hoge successietarieven dan bijvoorbeeld een neef) en anderzijds van de omvang van de nalatenschap. Bovendien gelden in Vlaanderen andere successietarieven dan in Wallonië of Brussel. Vind hier alle tarieven terug.
Hoe weet je welke successietarieven dan op jou van toepassing zijn? Van belang is de laatste fiscale woonplaats van de overledene. De laatste fiscale woonplaats is het gewest waar de overledene het langst zijn woonplaats had in de laatste vijf jaar van zijn leven. Het is de plaats waar de erflater zijn familie, zijn thuis en het centrum van zijn private werkzaamheid en gevoelsleven had. Meestal valt die feitelijke woonplaats samen met de wettelijke, ‘officiële’ woonplaats.
Paul heeft altijd in Brugge gewoond. Aangezien hij af en toe naar Brussel gaat, heeft hij op termijn een appartement gekocht in de hoofdstad. De laatste drie jaren van zijn leven verbleef Paul voltijds in zijn appartement in Brussel omwille van zijn fysieke achteruitgang. Het zijn dus de Brusselse successietarieven die van toepassing zullen zijn op de erfenis van Paul.
De Vlaamse splitting
In Vlaanderen wordt het successietarief afzonderlijk toegepast op enerzijds het netto-actief van de onroerende goederen en anderzijds op het netto-actief van de roerende goederen. Het roerend en onroerend vermogen van de erflater wordt apart belast, wat een belangrijke positieve invloed heeft op de belastingdruk.
Deze zogenaamde ’splitting’ zorgt ervoor dat een erfgenaam minder snel in de hogere tariefschijven terecht komt en dus minder erfbelasting moet betalen. Elke erfgenaam kan immers € 50.000 onroerende goederen erven aan 3% en, daarnaast nog eens € 50.000 roerende goederen erven aan 3%, dus samen € 100.000 aan 3%.
Bron: Fednot