Ik heb kinderen: is het dan aangeraden om te trouwen?
19 maart 2018
In onze moderne maatschappij is trouwen al lang niet meer de norm. Sommigen zien samenwonen als een testfase vóór een eventueel huwelijk, anderen zien het nut van een huwelijk niet in. Toch staan koppels vaak bij deze vraag stil op een specifiek moment in hun leven, namelijk bij de geboorte van kinderen. Want eerlijk is eerlijk: de samenlevingsvorm waarvoor je kiest heeft wel degelijk een invloed op wat je precies zal erven van je partner.
Zo moet je als feitelijk samenwonende ouder weten dat je kind in principe de hele nalatenschap van de overleden partner erft, zelfs al leefden jij en je partner levenslang samen. De langstlevende zal géén aanspraak kunnen maken op de erfenis, zelfs niet op de gezinswoning. Zonder voorafgaandelijke finetuning via een testament of een aanwasbeding bij de notaris erft het kind alles. Bovendien moet het kind ook de successierechten betalen. Het hoeft geen betoog dat dit soms tot ongewenste situaties kan leiden.
Veel koppels kiezen voor de wettelijke samenwoning. Dit is een eerste stap naar een vorm van juridische bescherming. Een wettelijk samenwonende partner erft immers het vruchtgebruik van de gezinswoning bij overlijden van zijn partner. Dit betekent dat de overlevende partner in principe mag blijven wonen in de gezinswoning. Hij of zij zal niet moeten verhuizen. Dit laatste is ook van belang wanneer het koppel kinderen heeft. Bij overlijden van een wettelijk samenwonende partner erft het kind immers alles in volle eigendom, met uitzondering van de gezinswoning en inboedel. Ook hier zal het kind dus successierechten moeten betalen, zelfs als het nog niet over de gezinswoning kan beschikken. In tegenstelling tot de situatie bij de feitelijke samenwoning wordt het erfrecht over de gezinswoning opgesplitst: de kinderen erven de “kapitaalwaarde” (de blote eigendom) en de langstlevende partner erft het vruchtgebruik, met andere woorden het “genot” van de gezinswoning. De kinderen zullen de woning enkel kunnen verkopen als de langstlevende hiermee instemt. Let op, het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende partner is ook beperkt in een andere zin: het vruchtgebruik over de gezinswoning kan via een testament ontnomen worden. Bij gehuwden kan dat niet.
Wanneer koppels huwen dan kiezen ze voor de samenlevingsvorm die hen de meeste bescherming biedt. Niet alleen zijn de koppels hulp en bijstand tegenover elkaar verschuldigd, ook het erfrecht staat in het teken van solidariteit tussen de echtgenoten. Zo heeft de langstlevende partner een “reserve”; een minimaal erfdeel die hem of haar nooit ontnomen kan worden, ook niet met een testament. Hoe dan ook erft de langstlevende altijd het vruchtgebruik van de gezinswoning en de inboedel. Dit is een minimum, want dit deel kan aangevuld worden met het vruchtgebruik op andere goederen ten belope van de helft van de nalatenschap. Denk maar aan interesten op bepaalde rekeningen. Hoe het erfrecht ten opzichte van de kinderen geregeld zal zijn, zal afhangen van de vraag of de echtgenoten een huwelijkscontract hebben opgesteld. Is dat niet het geval, dan was het koppel getrouwd onder het wettelijk stelsel. In dit stelsel erven de kinderen enerzijds de blote eigendom van de woning enerzijds en de langstlevende partners het vruchtgebruik van de gezinswoning anderzijds. Ook hier zitten we in een situatie waarbij de kinderen successierechten moeten betalen zonder dat ze over de gezinswoning kunnen beschikken. Indien ouders en kinderen een goede band hebben hoeft de opsplitsing van de eigendom in blote eigendom en vruchtgebruik geen probleem te zijn, maar indien de zaken minder harmonieus verlopen, dan kan deze situatie jaren praktische problemen opleveren…
Veel koppels willen daarom het erfrecht van de kinderen “uitstellen”, of minstens daartoe de keuze hebben op het moment dat één van hen overlijdt. Getrouwde koppels kunnen dat perfect via een huwelijksovereenkomst. Zo kunnen zij in een huwelijksovereenkomst een “keuzebeding” invoegen, dat de langstlevende huwelijkspartner toelaat om te kiezen welk deel hij of zij erft in volle eigendom of niet. Afhankelijk van de levensomstandigheden op het moment van het overlijden van zijn of haar partner, kan hij of zij dan een keuze maken. De leeftijd van de overlevende echtgenoot, de goeie of slechte band met de kinderen en hun leeftijd … zijn allemaal factoren die een invloed hebben op deze keuze. Zo kan er bewust gekozen worden voor een systeem waarbij de kinderen pas erven wanneer de echtgenoot overlijdt. Ze wachten dan hun beurt af en betalen pas later in hun leven successierechten. Een huwelijkscontract geeft met andere woorden de mogelijkheid om wat te sleutelen aan het erfrecht van zowel de langstlevende echtgenoot als de kinderen.
Bron: Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat