Is een huwelijkscontract altijd een must?

23 april 2018

Na jaren veel gelach, tranen, lief en soms ook leed is het zo ver: jij en je partner zijn klaar om de stap te zetten naar een huwelijk. Je mag je nu de “verloofde” van iemand noemen. De getuigen zijn uitgekozen, de zoektocht naar een zaal en een trouwjurk kan beginnen. Maar moet je nog iets regelen, naast de afspraak bij het stadhuis?

Trouwen… maar onder welk stelsel?
Het huwelijk laat belangrijke rechten en verplichtingen ontstaan tussen de echtgenoten. Het huwelijksvermogensrecht is het recht dat de regels tussen huwelijkspartners bepaalt. Ieder huwelijk - dus ook deze zonder huwelijkscontract - valt onder een huwelijksvermogensstelsel. Een huwelijk is dus altijd onderworpen aan bepaalde regels die een invloed hebben op het vermogen en het erfrecht van de huwelijkspartners. Contract of niet.

Het wettelijk stelsel
Koppels die trouwen zonder huwelijkscontract zijn getrouwd onder het wettelijk stelsel. In dit stelsel hebben elk van de huwelijkspartners een eigen vermogen. In dat eigen vermogen zitten de eigen aangekochte voorhuwelijkse goederen van de partners (bv. de woning die één van de partners al voor het huwelijk in eigendom had), de verkregen schenkingen, de erfenissen van de partners, maar bijvoorbeeld ook de eigen schulden van de partners (bv. de hypothecaire lening van één van de partners). Naast die eigen vermogens, hebben de huwelijkspartners ook een gemeenschappelijk vermogen. Daarin zitten niet alleen de goederen die ze samen na het huwelijk hebben aangekocht, maar ook de goederen waarvan men niet kan bepalen of ze van de ene dan wel de andere partner zijn. Last but not least: in het gemeenschappelijk vermogen zitten ook de inkomsten van huwelijkspartners (de lonen, wedden, sommige uitkeringen…). Ook de huurgelden verkregen uit onroerende eigendommen behoren tot dat vermogen, zelfs als de verhuurde woning slechts eigendom is van één van de partners.

Wanneer is een huwelijkscontract interessant?
Veel huwelijkspartners kunnen zich dus nog perfect vinden in de regeling van het wettelijk stelsel. Het is een evenwichtige regeling. Toch zijn er koppels die willen afwijken van wat de wet voor hen regelt: ongeveer 4 op 10 van de koppels kiest ervoor om te huwen mét een huwelijkscontract.

Zo zijn er veel partners die heel bewust hun inkomsten niet willen delen met elkaar of hun inkomsten niet samen willen beheren. Zij hebben de mogelijkheid om een huwelijkscontract op te stellen en te kiezen voor een stelstel van scheiding van goederen. Volgens onze Notarisbarometer kiest zelfs 67,8% van de koppels die vóór hun huwelijk een huwelijkscontract willen opstellen voor dit stelsel. Denk maar aan een koppel waarvan één partner een eigen zaak is gestart. Indien deze partner in het kader van zijn zaak professionele schulden maakt, dan kan de scheiding van de inkomsten een goeie zaak zijn. Professionele schuldeisers kunnen dan immers niet aan de inkomsten raken van zijn of haar partner, wanneer de zaken wat minder goed zouden gaan. Daarnaast zijn er ook getrouwde koppels waarvan de partners elk al een vermogen hebben opgebouwd en elk eigen kinderen hebben. Het is denkbaar dat deze huwelijkspartners hun eigen inkomsten willen beheren en willen behouden. Weet bovendien dat de gevolgen van dit huwelijksvermogensstelsel kunnen getemperd en gecorrigeerd kunnen worden met bepaalde clausules.

Het omgekeerde komt al heel wat minder voor: koppels die werkelijk alles gemeenschappelijk willen houden. Die geen eigen vermogen meer willen hebben. Het kan, maar het stelsel van de algehele gemeenschap zoals we dat noemen, komt in de praktijk nog maar nauwelijks voor.

Veel couranter zijn koppels die tevreden zijn met het wettelijk stelsel, maar deze toch willen verfijnen. Ook hiervoor moet je een huwelijkscontract opstellen. Ze willen bijvoorbeeld de woning waarvan één partner al eigenaar van was “gemeenschappelijk” maken, vaak met de bedoeling om daar specifieke bedingen aan te koppelen. Dat noemen we het conventioneel gemeenschapsstel. Een “gefinetuned” wettelijk vermogen als het ware, zodat de huwelijkspartners toch van enige flexibiliteit en bescherming kunnen genieten op het moment waar deze bescherming nodig zal zijn: een echtscheiding of een overlijden van één van de partners.

Is een huwelijkscontract altijd een must? Nee. Het antwoord op deze vraag hangt immers af van je professionele plannen, van je vermogen, van de gezinswoning… kortom van je levensomstandigheden. De ene situatie is de andere niet. Wat wél van belang is, is om je situatie even te bekijken en erover na te denken. Het liefst nog vóór de huwelijksdatum. Akkoord: romantisch is het niet, maar door een huwelijkscontract op te stellen vóór het huwelijk, vermijd je onnodige kosten. Een huwelijkscontract tijdens jouw huwelijk opstellen of wijzigen gaat gepaard met meer formaliteiten, en is dus duurder. Durf deze zaken dus op tijd te bespreken met je partner. Is het moment aangebroken om een feestzaal te reserveren voor je huwelijk? Dan is wellicht ook het moment aangebroken om even een gesprek te hebben over een eventueel huwelijkscontract…

Bron: Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat