Niet trouwen, maar toch alles goed regelen? Zo pak je het aan!
9 maart 2020
Trouwen? Niet iedereen gaat ervoor. Maar de meeste koppels willen elkaar toch voldoende beschermen voor het geval één van hen zou overlijden. Vooruitdenken en zelf initiatief nemen is voor ongehuwde samenwonende koppels dan ook nodig. Want in tegenstelling tot wat af en toe wordt gedacht, hebben wettelijk samenwonende koppels niet even veel rechten en plichten als gehuwden.
1. Woning kopen = time to talk!
Samen een eerste woning kopen. Voor veel verliefde partners is het een mijlpaal, want een woning is meer dan stenen en een dak. En vaak het belangrijkste bestanddeel van het vermogen. Vaak willen partners elk voor de helft eigenaar worden van de woning, maar wat als de ene partner wat meer spaargeld heeft dan de andere? Of wat als de woning eigendom was van de familie van één van de partners? De notaris zal alle mogelijkheden op een rijtje zetten. Want elkaar beschermen, begint eerst en vooral met het goed regelen van de aanspraken op de gezinswoning.
2. Informeer je over… je erfrechten
Nadenken over de eigendomsrechten op je woning en de financiële gevolgen is één zaak. Een andere is om stil te staan bij het moment dat het zou mislopen, namelijk bij een echtscheiding of een overlijden. Klinkt niet meteen als muziek in de oren wanneer je klaar bent om te klinken op je nieuwe woonst, maar het is wel belangrijk. Want als samenwonenden hebben jullie niet dezelfde erfrechten als gehuwde partners. Als je partner zou overlijden, heb je slechts recht op het vruchtgebruik van de woning. Als er geen kinderen zijn, gaat de blote eigendom van het deel van je partner naar zijn of haar erfgenamen. In de meeste gevallen zullen dat de ouders, broers, of zussen zijn.
Samenwonende koppels willen elkaar vaak de hele woning in volle eigendom toekennen. In volle eigendom erven betekent immers dat je alleen beslist en beschikt over de woning. Als vruchtgebruiker zal je daarentegen altijd de instemming nodig hebben van de blote eigenaar. De notaris kan jullie daarom voorstellen om te werken met een, vaak optioneel bedongen, ‘aanwasbeding’. Met zo’n beding komt de volle eigendom van de woning bij de overlevende partner. Afhankelijk van de situatie kan de notaris ook een testament aanraden.
3. En wat als je kinderen hebt?
Als je wettelijk samenwoont, erf je het vruchtgebruik van de gezinswoning. Heb je kinderen, dan erven zij de blote eigendom van de woning. Ze zijn als het ware eigenaar van ‘de waarde’ van de woning. Woon je feitelijk samen, dan erf je helemaal niets volgens de wet. Je hebt dus geen vangnet! Vaak willen koppels het erfrecht van hun kinderen ‘uitstellen’. De langstlevende wil de volle eigendom van de woning om meer vrijheid te genieten.
Voor gehuwden kan één en ander geregeld worden via een huwelijkscontract met een ‘keuzebeding’. Dit geldt niet voor wettelijk samenwonende partners. Ook hier kan een aanwasbeding soelaas bieden, maar… weet dat aan zo’n beding een fiscaal prijskaartje hangt. De overlevende partner die het aanwasbeding laat uitwerken wanneer zijn partner overlijdt, zal op het deel dat ‘aanwast’ verkooprecht moeten betalen.
4. Verbouwen? Hou alle papieren bij!
Als het op liefde aankomt, rekenen de meeste mensen niet graag. De rekening wordt meestal op het moment van een relatiebreuk gemaakt. Het gebeurt vaak dat partners na jaren samenwoning tot de pijnlijke vaststelling komen dat er geen of onvoldoende bewijzen zijn van de investeringen. ‘Wat ik heb betaald, krijg ik toch terug?’ denk je dan. Al dan niet met de nodige facturen in de hand. En toch is het voor samenwonende partners niet evident om een vergoeding te krijgen voor de investeringen aan het huis van hun ex-partner. Zelfs als hun investeringen een bepaalde meerwaarde aan de woning hebben bijgebracht.
Hoe kan je dit slim aanpakken? Op het ogenblik dat jullie verbouwen zetten jullie best één en ander op papier. Dat kan via een samenlevingsovereenkomst of een schulderkenning. De schulderkenning is een geschreven document waarin een partij erkent een geldsom schuldig te zijn aan iemand anders. De partner die bij een breuk een terugbetaling verwacht, heeft zo een bewijs van de gemaakte kosten.
5. Denk na over je sociale uitkeringen
Naast het erfrecht, bestaan er bestaan nog belangrijke verschillen tussen ongehuwd samenwonen en trouwen. Je burgerlijke staat heeft gevolgen op het vlak van gezinspensioen, gezinsbijslag, ziekte- en invaliditeit, werkloosheid, arbeidsongevallen, beroepsziekten en sociale bijstand.
In tegenstelling tot gehuwden zal je geen gezinspensioen genieten. Gaan jullie uit elkaar? Dan voorziet de wet geen alimentatieverplichting voor de economische zwakkere partner. Feitelijk en wettelijk samenwonende partners hebben geen recht op een overlevingspensioen . Ook in geval van een overlijden als gevolg van een arbeidsongeval of een beroepsziekte, zijn overlevende samenwonende partners niet beschermd. De wet voorziet enkel een uitkering voor gehuwden. Een geïnformeerde romantische ziel is er twee waard!
6. Overweeg een samenlevingsovereenkomst
Via een samenlevingsovereenkomst kan je een minimale bescherming voorzien. Als wettelijk samenwonende partner moet je een samenlevingsovereenkomst verplicht notarieel opstellen. Met zo’n overeenkomst kan je praktische afspraken maken rond je samenwoning, maar je kan vooral ook financiële regelingen treffen. Zo kan je een tijdelijke alimentatieplicht opnemen in geval van breuk. Wettelijk samenwonende partners zijn ook aangewezen op een notariële samenlevingsovereenkomst om te kunnen genieten van uitkeringen in het kader van de beroepsziekte- en arbeidsongevallenverzekering.
Wil je een handig overzicht van de belangrijkste verschillen tussen samenwonen en trouwen? Ontdek dan hier onze handige infofiche!
Bron: Fednot