De ‘verdachte periode’ bij niet-geregistreerde roerende schenkingen: wat is dat juist?
12 november 2024
Schenken is een mooie manier om iemand bij leven een financieel duwtje in de rug te geven. Bankgiften, bijvoorbeeld, zijn in de praktijk populair omdat ze niet verplicht moeten geregistreerd worden en dus onbelast kunnen gebeuren. Maar tegelijkertijd gaan zulke schenkingen wel gepaard met een belangrijk risico. Dat heeft allemaal te maken met de ‘verdachte periode’. Precies deze regel wordt onder de loep genomen door het Vlaams Regeerakkoord. Een woordje uitleg.
Schenkbelasting
Op schenkingen betaal je in principe schenkbelasting. Je moet een onderscheid maken tussen onroerende schenkingen (bv. de schenking van een huis), die belast worden aan specifieke progressieve schenkingstarieven, en roerende schenkingen (bv. de schenking van geld, juwelen of aandelen), die belast worden aan vlakke tarieven. Tussen partners en in rechte lijn (dus bv. van ouder tot kind, grootouders aan kleinkinderen…) bedraagt het tarief van de roerende schenkingen in Vlaanderen 3%. Schenk je in Vlaanderen aan iemand anders dan ‘in rechte lijn’ of tussen partners, dan betaal je daar het vlak tarief van 7% op.
Registreren of niet registreren
In principe moet een schenking voor notaris gebeuren en deze notariële schenkingen zijn verplicht registreerbaar. Hierop bestaan een aantal uitzonderingen zoals een handgift of een bankgift. Deze moeten niet voor notaris gebeuren en moeten in België bijgevolg niet verplicht geregistreerd worden. In dat geval moet men dan wel rekening houden met de zogenaamde ‘verdachte periode’: overlijdt de schenker binnen de drie jaar na de hand- of bankgift, dan worden de geschonken goederen alsnog fictief toegevoegd aan de nalatenschap voor de berekening van de erfbelasting. En dat heeft zo zijn negatieve gevolgen voor de begiftigde.
Niet-geregistreerde schenkingen zijn dus eigenlijk ‘gokschenkingen’. Zonder registratie betaal je effectief geen schenkbelasting, maar de begiftigde zou wel finaal meer kunnen betalen aan erfbelasting moest de schenker binnen de verdachte periode overlijden. Dit risico wordt nu des te groter, nu de Vlaamse Regering heeft aangekondigd dat de verdachte periode voor schenkingen vanaf 1 januari 2025 niet drie, maar vijf jaar zou bedragen.
Een voorbeeld
Hans heeft twee zonen. Zijn jongste zoon staat op het punt zijn eerste woning te kopen. Om hem financieel te helpen doet Hans op 6 januari 2025 een bankgift van 60.000 euro die hij niet laat registreren. Drie jaar geleden heeft hij een gelijkaardige som aan zijn oudste zoon gegeven. In 2029, Vier jaar na de bankoverschrijving aan zijn jongste zoon, slaat het noodlot toe: Hans overlijdt onverwachts. Op datum van overlijden had Hans een onroerend goed van 500.000 euro en 200.000 euro op zijn bankrekening. Hoe zit het met de erfbelasting van beide zonen?
De oudste zoon (die geen schenking kreeg in de vijf jaar voor het overlijden) betaalt in totaal 25.500 euro aan erfbelasting (19.500 euro op het onroerend vermogen + 6000 euro op het roerend vermogen)
De jongste zoon (die vier jaar vóór het overlijden een schenking kreeg) betaalt in totaal 30.900 euro aan erfbelasting (19.500 euro op het onroerend vermogen + 11.400 euro op het roerend vermogen).
De ene zoon betaalt meer erfbelasting (5.400 euro) dan zijn broer omwille van de ongeregistreerde schenking.
Toch op veilig spelen
Wie overgaat tot een hand- of bankgift kan deze achteraf alsnog spontaan laten registreren. Dat biedt een oplossing voor schenkers die toch niet meer zeker zijn van hun levensverwachting. Denk maar aan iemand die een ziektediagnose krijgt. Registratie van de schenking kan nog gedurende de verdachte periode. De schenker betaalt dan alsnog schenkbelasting (3% of 7%). Bij een onverwachts overlijden biedt een bankgift uiteraard geen soelaas.
Let wel, de schenking moet tijdig geregistreerd worden bij het federale kantoor Rechtszekerheid. Concreet moet de registratie vóór het overlijden gebeuren. Dit klinkt eenvoudig, maar de regels zijn streng. Zo kan een aanbieding ter registratie geweigerd worden door een onvolledigheid. Een aanbieding in het weekend, op een feestdag of na 12u op een werkdag zal slechts geacht worden te zijn gedaan op de eerstvolgende werkdag. Als daardoor de schenking niet uiterlijk op de dag van overlijden wordt geregistreerd, is alsnog erfbelasting verschuldigd (in plaats van schenkbelasting). Bij notariële schenkingen is schenkbelasting verschuldigd van zodra de schenkingsakte is getekend. Voor ‘last-minute’ schenkingen is de notariële schenking dan ook de veiligste optie om zo’n problemen te vermijden.
Beroep doen op notaris: ook nuttig bij eenvoudige hand-of bankgiften
Bij sommige roerende schenkingen moet je sowieso beroep doen op een notaris. Denk maar aan de schenking van aandelen onder voorbehoud van vruchtgebruik. Maar ook voor eenvoudige schenkingen kan het dus nuttig zijn om beroep te doen op een notaris. Hij kan je optimaal adviseren over de andere, meer familiale effecten, van een schenking. Aarzel niet om je te laten informeren.
Alle informatie over de wijzigingen met betrekking tot de duur van de verdachte periode (van 3 jaar naar 5 jaar) is onder voorbehoud. Hoewel deze fiscale wijziging werd aangekondigd en bevestigd door de Vlaamse Regering, zijn er momenteel nog geen wetsontwerpen. Hou Notaris.be in de gaten voor meer informatie over de nakende fiscale hervormingen.
Bron: Fednot