Schenken met voorbehoud van vruchtgebruik: wat als de schenker overlijdt?

12 juli 2024

Veel ouders willen bij leven iets schenken aan hun kinderen. Een interessante manier om te schenken én toch nog van het geschonken goed te genieten is om te schenken met ‘voorbehoud van vruchtgebruik’. Denk bijvoorbeeld aan een vader dat een appartement aan zee wil schenken aan zijn kinderen, maar bij leven zelf de huurinkomsten ervan nog wil opstrijken.

‘vruchtgebruik’ simpel uitgelegd

Vruchtgebruik is een recht om van een goed het tijdelijk gebruik en genot te hebben. Het kan gaan om de schenking van roerende goederen zoals aandelen, waar bv. stemrecht aan is gekoppeld. Vaak voorkomend is ook de schenking van een onroerend goed, waar de schenker(s) nog in willen verblijven. In die situaties hebben de schenker(s) het ‘vruchtgebruik’, de kinderen worden de ‘blote eigenaars’. De kinderen zijn als het ware al eigenaars van de muren, het dak, de constructie… maar ze kunnen niet van het goed genieten. We nemen hier het voorbeeld van (een) schenkende ouder(s). Een schenking met voorbehoud van vruchtgebruik kan tussen eender wie gebeuren.

Bij overlijden van de schenker dooft het vruchtgebruik uit en worden de kinderen de ‘volle eigenaars’ van hun geschonken goed. Op de schenking moet er schenkbelasting betaald worden, maar op het ‘uitdovend’ vruchtgebruik (dat voorkomt bij overlijden van de vruchtgebruiker) moet er geen erfbelasting betaald worden.

Wettelijk ‘opvolgend’ vruchtgebruik

Ouders die bij leven een goed schenken met voorbehoud van vruchtgebruik stellen zich misschien terecht de vraag over het lot van dat vruchtgebruik als één van hun komt te overlijden. De wet bepaalt vandaag dat de langstlevende partner automatisch een vruchtgebruik krijgt op het geschonken goed:

  • Voor gehuwden geldt dat opvolgend vruchtgebruik voor alle goederen geschonken met voorbehoud van vruchtgebruik;
  • voor wettelijk samenwonende partners geldt dit recht enkel voor de gezinswoning en de inboedel die geschonken werd met voorbehoud van vruchtgebruik.

De gehuwde of wettelijk samenwonende partner moet dan wel deze samenlevingsvorm aangegaan zijn op het moment van de schenking en men moet nog gehuwd of wettelijk samenwonend zijn op het ogenblik van het overlijden van de schenker.

De langstlevende moet ook de nalatenschap van de schenker aanvaarden opdat het wettelijk opvolgend vruchtgebruik kan spelen.

Bovendien moet de schenker titularis zijn gebleven van het vruchtgebruik tot aan de dag van zijn overlijden. Als het vruchtgebruik eerder een einde heeft genomen (bv. door afstand), zal het wettelijk opvolgend vruchtgebruik niet spelen.

Het wettelijk opvolgend vruchtgebruik mag ook niet uitgesloten zijn door een afstand door de partner of via een testament opgesteld door de schenker (zie verder).

Concreet betekent dit dat een gehuwde of wettelijk langstlevende partner kan blijven genieten van het geschonken goed, ook al is de schenkende partner overleden.

Wettelijk opvolgend vruchtgebruik: toch niet, bedankt!

Er zijn situaties denkbaar waarbij de schenker of de partner van de schenker niet geïnteresseerd is in die automatische verkrijging van het wettelijk opvolgend vruchtgebruik.

  • Steven is 63 jaar, heeft 2 kinderen en woont sinds 10 jaar samen met Monique (55). Hij heeft een appartement aan zee. Monique is de ‘plusmoeder’ van zijn kinderen. Samen verblijven ze graag aan zee in de winter en in de zomer verhuren ze het appartement. Steven wil zijn appartement schenken aan zijn kinderen mét voorbehoud van vruchtgebruik. Zo kan hij nog af en toe in zijn appartement verblijven en de huurinkomsten blijven opstrijken. Toch wil hij dat het geschonken appartement bij zijn overlijden in volle eigendom toekomt aan zijn kinderen. Zo kunnen de kinderen na zijn overlijden vrij beschikken over dit appartement, zonder telkens instemming te moeten vragen aan Monique.
  • Sylvianne heeft de gezegende leeftijd van 80 jaar bereikt. Vijf jaar geleden stierf haar man Claude. Hij had het appartement aan zee geschonken aan hun kinderen met voorbehoud van vruchtgebruik. Zij geniet nu van het wettelijk opvolgend vruchtgebruik, maar ze merkt dat dit meer een last aan het worden is: de verhuur regelen van het appartement, de verplaatsingen, de onderhoudskosten…. Het liefst van al zou ze afstand willen nemen van dat vruchtgebruik.  

Er zijn oplossingen om te verzaken aan het vruchtgebruik. Steven bijvoorbeeld, kan bij de notaris een testament opstellen om dit te regelen. Dit kan trouwens ook geregeld worden in de schenkingsakte zelf. Dan zal Monique wel mee betrokken moeten worden in de schenkingsakte om afstand te doen van haar wettelijk opvolgend vruchtgebruik en zullen de regels van toepassing op erfovereenkomsten gevolgd moeten worden.

Sylvianne, die na jaren genieten van het goed, zelf kiest om het vruchtgebruik ‘op te zeggen’, kan hier van afstand doen of hieraan verzaken.

Partners die samen of alleen goederen schenken met voorbehoud van vruchtgebruik denken best na over wat er met dat vruchtgebruik moet gebeuren bij overlijden van de schenkende ouder. Meer informatie? Vraag zeker advies aan een notaris.

Bron: Fednot