Samen een huis kopen: bescherm jezelf met een aanwasbeding
Een beding van aanwas is een overeenkomst dat vaak door ongehuwde feitelijke of wettelijke samenwonende koppels wordt gebruikt als middel om elkaar te beschermen zodra de ene partner er niet meer is. Daarbij komt het koppel overeen dat het deel van de woning die toebehoort aan de eerst stervende zal toekomen (“aanwassen”) aan de overlevende(n) partner. De samenwoners kunnen enkel maar een aanwasbeding gebruiken indien ze beiden, elke voor de helft, eigenaar zijn van de aangekochte woning.
Een voorbeeld kan duidelijk maken hoe belangrijk zo'n beding kan zijn..Een koppel heeft kleine kinderen en koopt een woning met de mogelijkheid het aanwasbeding toe te passen. Als er één van de ouders overlijdt voor de meerderjarigheid van de kinderen, kan de langstlevende ouder via het beding de enige eigenaar worden van de woning. Anders moet hij via de vrederechter de machtiging bekomen om te mogen verkopen.
Een beding van aanwas en het testament: kiezen is niet altijd verliezen
Dat de wet minder regels voorschrijft voor de feitelijk en wettelijk samenwonende koppels betekent niet dat die koppels zélf geen initiatief kunnen nemen om elkaar à la carte te beschermen.
- Via een testament
- Via een samenlevingsovereenkomst
Samenwonende partners zijn meer dan gehuwden aangewezen op ‘self-service’ voor hun financiële en vermogensrechtelijke bescherming. Mogelijkheden zijn er, maar je moet ze als koppel durven grijpen en dat veronderstelt dat samenwonende partners die openlijk met elkaar moeten bespreken.
Welke successietarieven voor de feitelijk samenwonende partners?
Feitelijk samenwonende partners genieten soms, maar niet altijd van de laagste successietarieven. Die regel geldt ook voor de vrijstelling van successierechten van 50.000 euro op de eerste schijf aan roerende goederen.
In dit geval rust op de erfgerechtigde(n) een dubbele bewijslast. Ze moeten aantonen dat ze ten minste één jaar ononderbroken met de erflater hebben samengewoond. Er moet ook aangetoond worden dat ze met hem een gemeenschappelijke huishouding hebben gevoerd. Beide voorwaarden worden verondersteld gerealiseerd te zijn wanneer men een uittreksel uit het bevolkingsregister kan voorleggen dat, te rekenen vanaf het overlijden, minstens één jaar oud is.
Om te genieten van de vrijstelling van de erfbelasting op de gezinswoning moet de langstlevende partner:
- minstens drie jaar ononderbroken samengewoond hebben met zijn overleden partner
- een gemeenschappelijke huishouding mee hebben gevoerd, wil hij van de vrijstelling kunnen genieten.