Buiten de echtscheidingsprocedure
Als de verstandhouding tussen de echtgenoten ernstig is verstoord of als een echtgenoot zijn huwelijksplichten niet nakomt, kan elk van de echtgenoten “dringende voorlopige maatregelen” vragen. Deze maatregelen kunnen betrekking hebben op de persoon, het levensonderhoud en de goederen, zowel van de echtgenoten als van de kinderen. Deze maatregelen hebben slechts een voorlopig karakter en kunnen steeds gewijzigd worden op vraag van één van de partners. Het dringende karakter van de maatregelen wijst op de nood spoedig iets te ondernemen zodat het gezin geen verder nadeel ondervindt.
De familierechtbank is bevoegd om deze dringende en voorlopige maatregelen te nemen. Zo kan de rechter de partners bevelen om afzonderlijk te wonen, bepalen waar de kinderen moeten verblijven, de partners opleggen om een onderhoudsgeld te betalen voor de kinderen of een echtgenoot verplichten een alimentatie te betalen aan de andere. Zolang het huwelijk niet is ontbonden, blijft de plicht tot hulp en bijstand overeind. Deze maatregelen zijn niet definitief, maar tijdelijk.
Tijdens de echtscheidingsprocedure
Tijdens een echtscheidingsprocedure op grond van onherstelbare ontwrichting kan de rechter voorlopige maatregelen bevelen. Daarvoor is geen hoogdringendheid vereist.
De voorlopige maatregelen blijven in principe gelden tijdens de duur van de echtscheidingsprocedure. De voorlopige maatregelen voor de kinderen blijven na de echtscheiding doorwerken tot ze door de jeugdrechtbank oworden herzien. De familierechtbank is bevoegd om voorlopige maatregelen te nemen.
De bedoeling van deze maatregelen is een oplossing te bieden voor de periode van de echtscheidingsprocedure. Sommige dingen kunnen immers niet wachten. Zo moeten er bijvoorbeeld maatregelen genomen worden over wie in de gezinswoning blijft zolang het huis niet is verkocht of overgenomen, bij wie de kinderen wanneer verblijven, wie instaat voor de voorlopige betaling van de leningen, wie er onderhoudsbijdragen moet betalen...