Een “discrete” schenking doen, is perfect mogelijk. Dat geldt zowel voor een schenking aan een minderjarige, als aan een meerderjarige. Evenwel moet je rekening te houden met een paar specifieke zaken.
De schenking is een overeenkomst, een aanvaarding is dus vereist.
In tegenstelling tot een testament moet een schenking aanvaard worden. In principe is de begunstigde op de hoogte van de schenking. Minderjarige kinderen zijn echter nog handelingsonbekwaam, wat betekent dat ze niet op zelfstandige wijze juridische handelingen kunnen stellen (zoals een schenking aanvaarden).
Indien de schenking uitgaat van een (groot)ouder, kan dat probleem gemakkelijk opgelost worden. Bloedverwanten in rechte lijn kunnen immers zelf, zonder machtiging van de vrederechter, een schenking aanvaarden voor een minderjarig kind. Een voogd kan dat ook, met dien verstande dat hij zich wel eerst tot de vrederechter moet richten. Hetzelfde geldt voor schenkingen die uitgaan van een tante, een oom, of andere personen.
De zaken liggen ingewikkelder voor een meerderjarig “kind”. Een meerderjarige is wél handelingsbekwaam en kan dus zelf een schenking aanvaarden. In die gevallen kan de schenker werken met een volmachtdrager die van het kind de opdracht moet krijgen om een eventuele toekomstige schenking voor hem te aanvaarden.
Die schenking kan gecombineerd worden met een “clausule van discretie” zodat de geheimhouding door de volmachtdrager verzekerd wordt. Het meerderjarig kind vermoedt dan wel dat er een schenking zal komen, maar hij kent het tijdstip en de omvang van de schenking niet. Vreest de schenker dat de meerderjarige onrechtstreeks toch op de hoogte is (bijvoorbeeld door briefwisseling van zijn bank), dan kan de schenker overwegen om een tijdelijk vervreemdingsverbod op te nemen in de notariële akte. Op die manier kan de meerderjarige zijn geld niet zomaar over de balk gooien. Het vervreemdingsverbod moet wel beperkt zijn in tijd én een rechtmatig belang dienen.
De notaris kan je ook voorstellen om te werken met een schenking “onder last”. Daarmee koppelt de schenker de schenking aan een voorwaarde (bijvoorbeeld de gelden gebruiken om een onroerend goed te kopen). De schenker heeft in dat geval de mogelijkheid om een schenking te ontbinden indien de begunstigde de voorwaarde niet vervult.
Het beheer
Eenmaal geschonken, moet het geld ook nog beheerd worden. Voor minderjarigen gebeurt dat steeds door de ouders of de voogd. Zij hebben de bevoegdheid om de financiële tegoeden te beheren of door iemand anders (bijvoorbeeld een professionele vermogensbeheerder) te laten beheren. Opgelet: zelfs ouders mogen niet zomaar over die gelden beschikken. Om bijvoorbeeld aandelen te verkopen, zullen ouders toch nog naar de vrederechter moeten stappen. Ouders beheren de tegoeden altijd in het belang van het kind. Uitzonderlijk zullen ouders wel tegoeden kunnen afnemen, maar enkel om te kunnen voorzien in bepaalde behoeften van het kind (bijvoorbeeld de vergoeding van een opleiding).
De ouders hebben wel het wettelijke genot over de beleggingen van het kind. Dat betekent dat ze kunnen beschikken over de dividenden en interesten, maar hier is de regel ook weer… enkel in het belang van het kind.
Het beheer van gelden bij een meerderjarige is ingewikkelder. Hier kan de schenker met een gerust hart schenken indien hij gebruikmaakt van een schenking met voorbehoud van vruchtgebruik. Op die manier behoudt de schenker niet enkel de inkomsten (het genot), maar ook voor een groot deel de controle over de tegoeden (het beheer).