Vergoedingen bij het einde van de pacht
Bij het einde van de pacht moet de pachter het goed teruggeven aan de verpachter in dezelfde staat als hij het ontvangen heeft, met uitzondering van de waardeverminderingen door ouderdom en overmacht.
Anderzijds moet de pachter vergoed worden voor zijn achtergelaten stro en navetten en voor de reeds uitgevoerde bebouwing, en ook voor de door hem geplaatste gebouwen en de aangebrachte verbeteringen. Deze vergoeding wordt ofwel minnelijk overeengekomen ofwel bij beslissing van de vrederechter, doch zij zal maximaal de door de pachter werkelijk gemaakte kosten bedragen.