Pacht

De huur van onroerende goederen voor landbouwdoeleinden.
Pacht en huur vormen een aparte wetgeving die sterk van elkaar verschillen.

 

Pachtoverdracht

De pachter kan zonder toestemming van de verpachter zijn pacht geheel overdragen aan zijn afstammelingen of aangenomen kinderen of aan die van zijn echtgenoot, evenals aan de echtgenoten van voornoemde afstammelingen of geadopteerde kinderen.
 

 

Pachtovereenkomst

Een overeenkomst waarbij de ene partij zich verbindt aan de andere tegen betaling een boerderij of stuk landbouwgrond te verstrekken ter uitoefening van de landbouw.
 

 

Pachtprijs

De pachtprijs is een essentieel element voor het bestaan van pacht: indien er gratis gebruik is, dan is er van pacht geen sprake en valt de overeenkomst niet onder deze wettelijke bepalingen. De pachtprijs kan worden uitgedrukt in een geldsom, maar ook door een verwijzing naar een hoeveelheid landbouwproducten of naar de prijs van landbouwproducten.
 

 

Plaatsbeschrijving

Een plaatsbeschrijving is een gedetailleerde beschrijving van een onroerend goed. Ze stelt de feitelijke toestand van het goed vast op een bepaald moment. Alle bijzonderheden en kenmerken worden erin opgenomen. Vaak wordt ze ook aangevuld met documenten van experten en foto’s.

Een plaatsbeschrijving wordt gebruikt om aan te tonen welke schade door de huurder is aangericht en welke al aanwezig was. Daarom is ze verplicht bij de start van een huurcontract:

  • ofwel wordt de plaatsbeschrijving opgemaakt voordat het goed gebruikt wordt;

  • ofwel wordt de plaatsbeschrijving opgemaakt tijdens de eerste maand van de huur.

Een plaatsbeschrijving is ‘op tegenspraak’. Dat betekent dat alle partijen aanwezig zijn en opmerkingen kunnen geven bij de opmaak. Partijen kunnen zelf de plaatsbeschrijving opmaken of dat laten doen door een deskundige. Als ze beslissen om een deskundige aan te stellen, dan moeten ze samen de kosten betalen, elk voor de helft.

 

Plaatsvervulling

Plaatsvervulling doet zich voor wanneer een bloedverwant die zelf zou geërfd hebben reeds overleden is. Zijn plaats wordt ingenomen door zijn dichtste afstammelingen, die samen dan het deel krijgen dat normaal zou zijn toegekomen aan de voor hen overleden erfgenaam.
 

 

Postinterventiedossier (PID)

Het postinterventiedossier (PID) van een gebouw is het dossier met alle informatie die nuttig is voor de veiligheid en de gezondheid van de mensen die later zullen werken aan het gebouw (bv. onderhoud, herstellingen, verbouwingen, sloopwerk). Een PID is verplicht op bouwplaatsen en bij elke verkoop van een woning:

  • waarvan de bouw is begonnen na 1 mei 2001;

  • waaraan werken zijn uitgevoerd door aannemers sinds 1 mei 2001.

Het PID wordt opgemaakt door een veiligheidscoördinator.

 

Preferentiële goederen

Zijn de gezinswoning en het daarin aanwezige huisraad. De langstlevende echtgeno(o)t(e) en wettelijke samenwonende hebben een wettelijk vruchtgebruik op deze goederen.
Opgelet, in tegenstelling tot de gehuwde langstlevende, kan het vruchtgebruik op de gezinswoning van de wettelijke samenwonende beperkt worden via testament.  

 

Prijsbewimpeling

Dit is bv. het geval wanneer de verkoop wordt gesloten voor € 100.000, maar de partijen komen overeen te laten beschrijven op € 80.000. In geval van bewimpeling aangaande de prijs en lasten of overeengekomen waarde, is elk van de contracterende partijen een boete verschuldigd gelijk aan het ontdoken recht. Dit recht is ondeelbaar door alle partijen verschuldigd.
 

 

Prijzij

De vergoeding voor mest en navetten. Zij staat in verband met het soort gewas dat er laatst op gekweekt werd.
 

 

Primair huwelijksstelsel

Het primair huwelijksstelsel bevat die regels van vermogensrechtelijke aard die van toepassing zijn op alle gehuwden ongeacht hun huwelijksvermogensstelsel. Van deze regels kan bij huwelijkscontract niet worden afgeweken. Bv. het principe dat echtgenoten moeten bijdragen in de lasten van het huwelijk in verhouding tot hun vermogen (art. 221 B.W.) of het verbod om te beschikken over de gezinswoning zonder de instemming van de andere echtgenoot (art. 215 B.W.),
 

 

Progressievoorbehoud

Progressievoorbehoud een fiscale techniek bij schenkingen van onroerende goederen die de berekening van de verschuldigde schenk- en/of erfbelasting beïnvloedt. Het komt er op neer dat je door meerdere schenkingen te verrichten binnen de drie jaar of door een schenking te doen binnen de drie jaar voor overlijden, in een hogere tariefschijf komt. Daardoor betaal je meer schenkbelasting (bij meerdere schenkingen binnen de drie jaar) of meer erfbelasting (indien je een schenking doet binnen de drie jaar voor overlijden). Het is geen gemakkelijk gegeven, maar de notaris zal je in het kader van schenkingen en successieplanning maximaal informeren over de mogelijkheden zodat je de fiscaal gunstigste beslissingen kunt nemen.

 

publiekrechtelijke erfdienstbaarheid

Een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid is een beperking die aan een onroerend goed door een wet wordt opgelegd in het belang van het algemeen welzijn. Meer algemeen is een erfdienstbaarheid een last die de eigenaar van een onroerend goed moet dulden, in het voordeel van een andere eigenaar. Voorbeelden van een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid zijn kabel- en elektriciteitsvoorzieningen, voet- en jaagpaden, …