De langstlevende huwelijkspartner

Langstlevende huwelijkspartners genieten in ons recht een bijzondere bescherming. Ze komen niet alleen in aanmerking om te erven, maar ze hebben ook recht op een beschermd minimaal erfdeel (de reserve). Een huwelijkspartner kan dus in principe niet onterfd worden. Een uitzondering op die regel geldt wel voor:

  • (ex)-partners die zich in een echtscheidingsprocedure bevinden;

  • (ex)-partners die al zes maanden afzonderlijk leven op voorwaarde dat ze aan bepaalde voorwaarden voldoen

 

 

Twee soorten "reserves"

De wet kent de langstlevende huwelijkscontract twee soorten reserves toe:

  1. het vruchtgebruik op de helft van alle goederen van de nalatenschap = ABSTRACTE RESERVE

    OF

  2. het vruchtgebruik op de gezinswoning en het huisraad = CONCRETE RESERVE

De langstlevende kiest zelf welke reserve hij opeist. Beide reserves zijn een minimum.

Stel, de langstlevende kiest de concrete reserve. Is het vruchtgebruik op de gezinswoning en het huisraad meer dan de helft van het vruchtgebruik van de nalatenschap? Overstijgt de concrete reserve met andere woorden de abstracte reserve? Dan is dat geen enkel probleem. De langstlevende echtgenoot krijgt toch het vruchtgebruik op de gehele woning.

En wat als het omgekeerde gebeurt? Stel dat de concrete reserve minder waard is dan de helft in vruchtgebruik van de nalatenschap. Dan mag de langstlevende zijn reserve aanvullen via vruchtgebruik op andere goederen uit de nalatenschap, tot de grens van de abstracte reserve is bereikt.