Het bodemattest
Bij de verkoop van een eigendom moet de verkoper in het Vlaamse Gewest per kadastraal perceel een bodemattest voorleggen aan de koper. De verkoopovereenkomst vermeldt het bodemattest en zijn inhoud. Wanneer op een verkocht onroerend goed een risicoactiviteit wordt of werd uitgeoefend of een risicoinrichting gevestigd is of was, dan zal de verkoper voor de verkoop in principe een oriënterend bodemonderzoek op zijn kosten moeten verrichten door een erkend bodemsaneringsdeskundige. Het deskundigenverslag zal opgezonden worden aan OVAM, die de gepaste maatregelen beveelt alvorens de verkoop plaatsvindt.
Bij overdracht van een onroerend goed in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is een bodemattest eveneens verplicht. Wanneer een mogelijk verontreinigd terrein wordt verkocht zal vooraf in principe een verkennend bodemonderzoek op kosten van de verkoper moeten worden uitgevoerd. Nadien zullen door BIM gepaste maatregelen worden bevolen voor de overdracht kan plaatsvinden.
Het stedenbouwkundig uittreksel
De verkoper is verplicht om bij een verkoop de nodige stedenbouwkundige informatie te verschaffen aan de koper. De notaris vermeldt in de notariële akte het stedenbouwkundig uittreksel (dat niet ouder mag zijn dan 1 jaar). Het stedenbouwkundig uittreksel bestaat uit een uittreksel uit het plannenregister en een uittreksel uit het vergunningenregister. Het uittreksel uit het plannenregister vermeldt de meest recente stedenbouwkundige bestemming van een goed. Het uittreksel uit het vergunningenregister vermeldt:
-
of er voor het goed een stedenbouwkundige vergunning is uitgereikt;
-
of voor het goed een verkavelingsvergunning van toepassing is;
-
of het onroerend goed belast is met een bouwovertreding;
-
of er op het goed een voorkooprecht rust.
Het Brussels wetboek van ruimtelijke ordening (BWRO) voorziet eveneens in een informatieplicht met betrekking tot de stedenbouwkundige toestand bij verkoop van een onroerend goed.
Het postinterventiedossier
Een postinterventiedossier (PID) bevat verschillende documenten die men nodig heeft bij eventuele latere werken aan een gebouw. Al de gebruikers, hetzij eigenaars, huurders, of, bij eventuele verbouwingen, architecten of aannemers, moeten op een eenvoudige manier kunnen achterhalen welke bv. de structuren van het gebouw zijn, hoe de structuur werd opgebouwd en welke materialen er in een gebouw zitten. Daarom worden alle technische gegevens met betrekking tot een gebouw verzameld in een dossier, genaamd “postinterventiedossier (PID)”. Dit dossier moet gedurende de ganse levensduur bij het gebouw blijven en zal worden aangevuld met de nieuwe gegevens indien er zich wijzigingen aan het gebouw voordoen. Het postinterventiedossier moet worden overhandigd aan de nieuwe eigenaar bij elke verkoop van een woning of appartement waarvan de bouw is begonnen na 1 mei 2001 of waaraan werken zijn uitgevoerd sinds 1 mei 2001 door één of meerdere aannemers.
Keuring elektrische installatie
Bij de verkoop van een woning is de verkoper sedert 1 juli 2008 verplicht een controleverslag met betrekking tot de elektrische installatie te bezorgen aan de koper. Deze controle is verplicht voor een wooneenheid waarvan de elektrische installatie werd begonnen vóór 1 oktober 1981 en die nog geen controleonderzoek door een erkend organisme heeft ondergaan. Een installatie van vóór 1 oktober 1981 die nadien wordt vernieuwd of verzwaard, moet dus niet opnieuw gekeurd worden bij een verkoop voor zover het keuringsverslag geldig kan worden overhandigd. De verkoper moet op zijn kosten het controlebezoek te laten uitvoeren door een hiertoe erkend keuringsorganisme (erkende keuringsorganismen, PDF FOD Economie (Federale Overheidsdienst).
Wanneer uit het keuringsverslag blijkt dat de installatie afgekeurd is, rust op de koper de verplichting om binnen de 18 maanden na het verlijden van de akte, een nieuw controleonderzoek te laten uitvoeren.
Het Energieprestatiecertificaat (EPC)
Zowel in het Vlaams als in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is het energieprestatiecertificaat (EPC) verplicht bij verkoop van woningen. Het energieprestatiecertificaat informeert de koper over de energetische kwaliteit van het gebouw. Daarnaast zal het energieprestatiecertificaat de koper informeren over kosteneffectieve maatregelen voor de verbetering van de energieprestatie van het gebouw. Het energieprestatiecertificaat is in principe tien jaar geldig. Wanneer de wooneenheid opnieuw verkocht wordt, binnen deze geldigheidstermijn van tien jaar, moet dus geen nieuw EPC voor verkoop opgemaakt worden.
Het originele EPC zal in dat geval overgezonden worden aan de nieuwe koper. Als in de woning intussen maatregelen zijn doorgevoerd waardoor het gebouw energiezuiniger is geworden, (bijvoorbeeld het vervangen van enkel glas door isolerend glas) dan kan de eigenaar er baat bij hebben om een nieuw energieprestatiecertificaat te laten opmaken. Het nieuwe energieprestatiecertificaat zal dan immers een betere score geven.
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is een nieuw energieprestatiecertificaat verplicht, wanneer de eigenaar werken heeft uitgevoerd die een invloed hebben op de energieprestatie van de woning.
Enkel een erkende energiedeskundige type A kan een energieprestatiecertificaat bij verkoop van een woongebouw opmaken. (lijst van erkende energiedeskundigen)
Het asbestattest
Sinds 23 november 2022 is een asbestattest verplicht voor de verkoop van alle panden waarvan de bouw dateert van voor 2001. Het asbestattest vertelt meer over de asbestveiligheid van een woning. Asbest is immers een gevaarlijke stof die opgebouwd is uit kleine vezels die – ingeademd – aanleiding kunnen geven tot ernstige longaandoeningen.
Het zijn speciaal opgeleide asbestdeskundigen (‘asbestdeskundige inventarisatie’) die de asbestinventarisatie van woningen voor hun rekening nemen. Zo’n deskundige kan je sinds 1 juli contacteren met oog op het opstellen van een asbestattest. De asbestdeskundige zal v al de gegevens invoeren in een specifieke digitale databank. De OVAM zal op basis daarvan een attest afleveren, die de deskundige je vervolgens bezorgt.