Vennootschappen met beperkte en onbeperkte aansprakelijkheid

Bij de oprichting van een vennootschap wordt het vermogen van de vennootschap afgescheiden van het persoonlijk vermogen van de bestuurder. Dit is een belangrijk voordeel van het oprichten van een vennootschap.

 

 

Beperkte aansprakelijkheid

Bij vennootschappen met een beperkte aansprakelijkheid (NV, BV, CV), zijn de aandeelhouders slechts aansprakelijk ten belope van hun inbreng. Schuldeisers van de vennootschap kunnen geen beslag leggen op het persoonlijk vermogen van de aandeelhouders. De persoonlijke goederen van de bestuurder(s) en de aandeelhouders zijn dus beschermd.

Dit neemt niet weg dat de bestuurders persoonlijk aansprakelijk kunnen gesteld worden:

  • Wanneer de onderneming binnen de drie jaar na de oprichting failliet wordt verklaard en
  • het ingebrachte kapitaal duidelijk onvoldoende was om een normale uitoefening van de werkzaamheden te voorzien voor een periode van twee jaar
 

Onbeperkte aansprakelijkheid

Bij vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid (V.O.F, Commanditaire vennootschap), zijn de vennoten (met uitzondering van de stille vennoten, onbeperkt aansprakelijk. Dat betekent dat schuldeisers van de vennootschap ook beslag mogen leggen op het persoonlijk vermogen van de vennoten indien de vennootschap zijn schulden niet meer kan afbetalen.

 

 

Een geplafonneerde aansprakelijkheid voor alle vennootschappen

Sinds 1 mei 2019 wordt de aansprakelijkheid van de bestuurders van alle vennootschapsvermogen geplafonneerd tot een maximum. Dat maximum is afhankelijk van het balanstotaal en zakencijfer van de vennootschap voor de laatste drie jaar. De maximale grens bedraagt:

  • 125.000 euro voor de kleinste vennootschappen;
  • 12 miljoen euro voor de grootste vennootschappen.

Er gelden een aantal belangrijke uitzonderingen. De maxima gelden niet:

  • bij een lichte fout die eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt;
  • bij een zware fout, bedrieglijk opzet of oogmerk om te schaden van de bestuurder.
  • bij een kennelijk zware fout of ‘wrongful trading’;
  • tegenover de fiscus (bedrijfsvoorheffing en btw) en voor achterstallige sociale zekerheidsbijdragen in geval van faillissement.
  • voor garantieverplichtingen van de bestuurder (als de bestuurder zich wettelijk verbindt voor iemand anders).

Kortom, enkel toevallige, lichte fouten vallen onder het toepassingsgebied van deze nieuwe grenzen. Als bestuurder sluit je  best een verzekering bestuursaansprakelijkheid  om je te beschermen tegen eventuele schadeclaims.